6 nov 2014

Reflectie op instructiefilm

Reflectie op instructiefilmpje
A)     Wat was er Aan de orde?
Voor het vak drama moesten wij een instructiefilm over objectenspellen maken. Hierbij moesten wij filmen en gebruik maken van een scèneplan en informatie uit het boek. De film staat nu op het weblog. Het is gezet in een Youtube account.

B)      Wat was voor mij Belangrijk?
Voor mij was de ICT belangrijk. Het filmpje in elkaar zetten heb ik gedaan. Ik heb dit gedaan met Moviemaker. Het was de eerste keer dat ik met het programma moest werken. Ook vond ik het belangrijk om het onderwerp goed uit te werken, zodat wij het in het filmpje goed konden overbrengen.

C)      Welke Conclusies kan ik daaruit trekken?
De conclusie is dat ik veel geleerd heb van deze opdracht. Op het gebied van drama maar ook op het gebied van ICT. Ook heb ik gemerkt dat de samenwerking een heel belangrijk punt is. De afspraken moet je goed maken en misschien ook op papier zetten.

D)     Waar wil ik op langere termijn mee Doorgaan?
Ik wil met het gebruik van ICT doorgaan. Ook vind in het objectenspel iets op in mijn stageklas te doen. ik vind het een heel leuk deel van drama. Ook het presenteren wat ik nu geleerd heb met drama wil ik mee doorgaan. Het gaat mij steeds makkelijker af.


Luisteropdracht volgens het stappenplan

Luisteropdracht
Aan de hand van het stappenplan
1.       Luister naar het muziekstuk dat je wilt gebruiken en focus inhoudelijk op de diverse kwaliteitscriteria. Ga op zoek naar expressie, vorm, klankaspecten en bepaal welke luisterstijlen gestimuleerd worden.
Het is een stuk waar je echt zelf een verhaal bij kunt verzinnen. Het heeft ook heel veel emoties in zich. Er komt veel er komt veel herhaling in voor. De expressie in het lied is heel duidelijk. Aan het begin van het stuk is het heel rustig en daarna wordt het steeds harder en sneller.
2.       Vraag je af hoe kinderen luisteren en wat je de kinderen kunt laten ontdekken met dit muziekstuk.
De kinderen kunnen luister naar de muziekinstrumenten. Ze kunnen ontdekken welke instrumenten er meespelen met het stuk en welke emoties ze vinden passen bij het stuk.
3.       Bepaal welke opdrachten je wilt koppelen aan het stuk.
Ik wil graag de opdracht dat de kinderen opschrijven welke instrumenten er gebruikt worden is dit stuk. Daarna kunnen we het stuk gezamenlijk nog een keer luisteren en de antwoorden op het bord zetten. ook wil ik graag dat ze de ogen dicht doen en dan zich afvragen wat voor emoties ze erbij kunnen bedenken.
4.       Beschrijf wat de kinderen doen (analyseren, bewegen, lezen, noteren, creëren, musiceren, enz).
De kinderen analyseren en noteren het stuk.
5.       Kies een didactische werkvorm voor de activiteit.
Ik laat de kinderen 2 aan 2 werken. Als ik merk dat het te moeilijk is laat is ze in de tafelgroepjes werken. De kinderen die dan meer met muziek hebben kunnen dan de kinderen die het niet zo goed weten helpen.
6.       Bekijk of je gebruik kunt maken van coöperatief leren.
Er zit alleen maar coöperatief leren in deze les. De kinderen werken samen met elkaar ne helpen elkaar.
7.       Zorg voor een verassende opening van de opdracht.
Als opening laat ik een muziekstuk horen van bijvoorbeeld André Rieu. Ik laat dan zien dat een heel orkest met elkaar kan spelen.
8.       Bepaal hoe je de opdracht wilt nabespreken.
Ik bespreek de opdracht na door het stuk nog een keer te laten horen. Ik schrijf dan samen met de kinderen op het bord welke instrumenten ze hebben gehoord. Doordat het stuk nog een keer langs komt kun je meteen zien of het goed is. Ik vraag ook of de kinderen de emoties kunnen noemen. Aan het begin van het stuk en aan het einde.
9.       Laat, voor je in de praktijk aan de slag gaat, een willekeurig iemand dezelfde opdracht doen. Bekijk of je de opdracht moet aanpassen. Bespreek je bevindingen met de ander.
Ik heb iemand de opdracht laten uitvoeren. Het ging erg goed. Diegene heeft goed geluisterd en vond het in het midden van het stuk best moeilijk om de instrumenten te beschrijven. Maar dat vind ik juist wel goed, omdat het voor de bovenbouw is. Ze hebben dan een uitdaging.
10.   Pas naar aanleiding van de bevindingen de opdracht eventueel aan.
Ik heb de opdracht niet hoeven aanpassen.


Grafische partituur


Lied aanleren bovenbouw met aanvulling (HER)

Aanvulling Lvf Lied Aanleren


Feedback op instructiefilm Michelle, Saskia, Pim, Melle en Lisa drama


Feedback op onze instructiefilm van Franka, Kim, Isra, Siham en Do drama

Namen groepsleden:
Michelle, Melanie, Rosalie en Isabelle.
Door: Kim

Het scèneplan voor deze presentatie vormt een goede basis voor deze presentatie





Onvoldoende





Voldoende





Goed



Motivatie: De scèneplan vormt een goede basis. Er staat goed uitgelegd wat er allemaal zou kunnen gebeuren en ze hebben de bron ook erg goed gebruikt in hun theatraal product.


Iedere student speelt een theatrale rol in de presentatie;

Ja

Spelers/dansers zijn goed voorbereid, geconcentreerd en vallen niet uit hun rol;
Onvoldoende
Voldoende
Goed

Motivatie: Ze hebben het goed voorbereidt, ze wisten allemaal wat ze moesten doen.


Er is een goede samenwerking op toneel: spelers/dansers zijn goed op elkaar afgestemd en ingespeeld;

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie: Alle spelers wisten wat ze moesten doen en ze spraken niet voor hun beurt.


De presentatie is een afgerond geheel met een duidelijk begin en einde;

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie: Voor het stuk zelf vond ik het einde niet helemaal afgerond. Het was abrupt omdat telkens hetzelfde gebeurde. Je zag alleen wel duidelijk dat het afgelopen was, door het licht dat uitging.


De speelruimte wordt optimaal gebruikt;

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie: Dit kan nog meer, nu was het vooral in het midden gespeeld, probeer nog meer ruimte te gebruiken.



Kleding en attributen, decor, muziek/geluid zijn passend en versterken het spel;

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie:



Alle attributen die gebruikt zijn waren leuk en grappig. Het publiek hoefde niet te raden wat het was, want alles was heel duidelijk opgebouwd. De ruimte van het toneel had wat beter gebruikt kunnen worden. Alles vond plaats op een en de zelfde plek, namelijk voor de troon van de koning en de koningin. Dit is begrijpelijk, maar de ruimte voor de andere spelers had wat royaler gekund. De narren konden bijvoorbeeld meer gebruik maken van het toneel.


Er is nagedacht over positie en ‘rol’ van het publiek (receptie) tijdens de voorstelling;

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie: Het publiek kon alles goed zien. Er was geen ‘rol’ bedacht voor het publiek.



De presentatie is afgestemd op de doelgroep (= een basisschoolgroep of -bouw)

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Motivatie: Er zat wel heel erg veel herhalingen in. Ik denk dat dit voor de hogere groepen uiteindelijk erg monotoon wordt.

Feedback Siham

Feedback Isra

Feedback Do

Feedback Franka