Weblog kunstvaardig
21 jan 2015
6 nov 2014
Reflectie op instructiefilm
Reflectie op instructiefilmpje
A)
Wat was er Aan de orde?
Voor het vak drama
moesten wij een instructiefilm over objectenspellen maken. Hierbij moesten wij
filmen en gebruik maken van een scèneplan en informatie uit het boek. De film
staat nu op het weblog. Het is gezet in een Youtube account.
B)
Wat was voor mij Belangrijk?
Voor mij was de ICT
belangrijk. Het filmpje in elkaar zetten heb ik gedaan. Ik heb dit gedaan met
Moviemaker. Het was de eerste keer dat ik met het programma moest werken. Ook vond
ik het belangrijk om het onderwerp goed uit te werken, zodat wij het in het
filmpje goed konden overbrengen.
C)
Welke Conclusies kan ik daaruit trekken?
De conclusie is
dat ik veel geleerd heb van deze opdracht. Op het gebied van drama maar ook op
het gebied van ICT. Ook heb ik gemerkt dat de samenwerking een heel belangrijk
punt is. De afspraken moet je goed maken en misschien ook op papier zetten.
D)
Waar wil ik op langere termijn mee Doorgaan?
Ik wil met het
gebruik van ICT doorgaan. Ook vind in het objectenspel iets op in mijn
stageklas te doen. ik vind het een heel leuk deel van drama. Ook het
presenteren wat ik nu geleerd heb met drama wil ik mee doorgaan. Het gaat mij
steeds makkelijker af.
Luisteropdracht volgens het stappenplan
Luisteropdracht
Aan de hand van het stappenplan
1.
Luister naar het muziekstuk dat je wilt
gebruiken en focus inhoudelijk op de diverse kwaliteitscriteria. Ga op zoek
naar expressie, vorm, klankaspecten en bepaal welke luisterstijlen gestimuleerd
worden.
Het is een stuk waar je echt zelf een verhaal bij kunt verzinnen. Het heeft ook heel veel emoties in zich. Er komt veel er komt veel herhaling in voor. De expressie in het lied is heel duidelijk. Aan het begin van het stuk is het heel rustig en daarna wordt het steeds harder en sneller.
2.
Vraag je af hoe kinderen luisteren en wat je
de kinderen kunt laten ontdekken met dit muziekstuk.
De kinderen kunnen luister naar de
muziekinstrumenten. Ze kunnen ontdekken welke instrumenten er meespelen met het
stuk en welke emoties ze vinden passen bij het stuk.
3.
Bepaal welke opdrachten je wilt koppelen aan
het stuk.
Ik wil graag de opdracht dat de kinderen opschrijven welke instrumenten er gebruikt worden is dit stuk. Daarna kunnen we het stuk gezamenlijk nog een keer luisteren en de antwoorden op het bord zetten. ook wil ik graag dat ze de ogen dicht doen en dan zich afvragen wat voor emoties ze erbij kunnen bedenken.
Ik wil graag de opdracht dat de kinderen opschrijven welke instrumenten er gebruikt worden is dit stuk. Daarna kunnen we het stuk gezamenlijk nog een keer luisteren en de antwoorden op het bord zetten. ook wil ik graag dat ze de ogen dicht doen en dan zich afvragen wat voor emoties ze erbij kunnen bedenken.
4.
Beschrijf wat de kinderen doen (analyseren,
bewegen, lezen, noteren, creëren, musiceren, enz).
De kinderen analyseren en noteren het stuk.
De kinderen analyseren en noteren het stuk.
5.
Kies een didactische werkvorm voor de activiteit.
Ik laat de kinderen 2 aan 2 werken. Als ik
merk dat het te moeilijk is laat is ze in de tafelgroepjes werken. De kinderen
die dan meer met muziek hebben kunnen dan de kinderen die het niet zo goed
weten helpen.
6.
Bekijk of je gebruik kunt maken van
coöperatief leren.
Er zit alleen maar coöperatief leren in deze
les. De kinderen werken samen met elkaar ne helpen elkaar.
7.
Zorg voor een verassende opening van de
opdracht.
Als opening laat ik een muziekstuk horen
van bijvoorbeeld André Rieu. Ik laat dan zien dat een heel orkest met elkaar
kan spelen.
8.
Bepaal hoe je de opdracht wilt nabespreken.
Ik bespreek de opdracht na door het stuk
nog een keer te laten horen. Ik schrijf dan samen met de kinderen op het bord
welke instrumenten ze hebben gehoord. Doordat het stuk nog een keer langs komt
kun je meteen zien of het goed is. Ik vraag ook of de kinderen de emoties kunnen noemen. Aan het begin van het stuk en aan het einde.
9.
Laat, voor je in de praktijk aan de slag
gaat, een willekeurig iemand dezelfde opdracht doen. Bekijk of je de opdracht
moet aanpassen. Bespreek je bevindingen met de ander.
Ik heb iemand de opdracht laten uitvoeren. Het
ging erg goed. Diegene heeft goed geluisterd en vond het in het midden van het
stuk best moeilijk om de instrumenten te beschrijven. Maar dat vind ik juist
wel goed, omdat het voor de bovenbouw is. Ze hebben dan een uitdaging.
10.
Pas naar aanleiding van de bevindingen de
opdracht eventueel aan.
Ik heb de opdracht niet hoeven aanpassen.
Feedback op onze instructiefilm van Franka, Kim, Isra, Siham en Do drama
Namen groepsleden:
Michelle,
Melanie, Rosalie en Isabelle.
Door: Kim
Het
scèneplan voor deze presentatie vormt een goede basis voor deze presentatie
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
De scèneplan vormt een goede basis. Er staat goed uitgelegd
wat er allemaal zou kunnen gebeuren en ze hebben de bron ook erg goed
gebruikt in hun theatraal product.
|
|||||
Iedere
student speelt een theatrale rol in de presentatie;
|
Ja
|
||||
Spelers/dansers
zijn goed voorbereid, geconcentreerd en vallen niet uit hun rol;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Ze hebben het goed voorbereidt, ze wisten allemaal wat ze
moesten doen.
|
|||||
Er is een
goede samenwerking op toneel: spelers/dansers zijn goed op elkaar afgestemd
en ingespeeld;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Alle spelers wisten wat ze moesten doen en ze spraken niet
voor hun beurt.
|
|||||
De
presentatie is een afgerond geheel met een duidelijk begin en einde;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Voor het stuk zelf vond ik het einde niet helemaal afgerond.
Het was abrupt omdat telkens hetzelfde gebeurde. Je zag alleen wel duidelijk dat
het afgelopen was, door het licht dat uitging.
|
|||||
De
speelruimte wordt optimaal gebruikt;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie: Dit
kan nog meer, nu was het vooral in het midden gespeeld, probeer nog meer
ruimte te gebruiken.
|
|||||
Kleding
en attributen, decor, muziek/geluid zijn passend en versterken het spel;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Alle
attributen die gebruikt zijn waren leuk en grappig. Het publiek hoefde niet
te raden wat het was, want alles was heel duidelijk opgebouwd. De ruimte van
het toneel had wat beter gebruikt kunnen worden. Alles vond plaats op een en
de zelfde plek, namelijk voor de troon van de koning en de koningin. Dit is
begrijpelijk, maar de ruimte voor de andere spelers had wat royaler gekund.
De narren konden bijvoorbeeld meer gebruik maken van het toneel.
|
|||||
Er is
nagedacht over positie en ‘rol’ van het publiek (receptie) tijdens de
voorstelling;
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Het publiek kon alles goed zien. Er was geen ‘rol’ bedacht
voor het publiek.
|
|||||
De
presentatie is afgestemd op de doelgroep (= een basisschoolgroep of -bouw)
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
||
Motivatie:
Er zat wel heel erg veel herhalingen in. Ik denk dat dit voor
de hogere groepen uiteindelijk erg monotoon wordt.
|
|||||
Feedback Siham
Feedback Isra
Feedback Do
Feedback Franka
Abonneren op:
Posts (Atom)